Daar iets niets eenduidigs over te zeggen. Een school voor voortgezet onderwijs is het aan de leerlingen en aan zichzelf verplicht om leerlingen met zo hoog mogelijke cijfers te laten slagen voor het eindexamen. Alles hang dus af van de mate waarin de school er in slaagt het leren onderzoeken in het eigen leerplan te integreren. We zien dat veel scholen er in slagen om ook in de onderbouw onderwijstijd te reserveren, in uren die vanuit verschillende vakgebieden beschikbaar komen of binnen vakuren. We zien ook dat scholen graag beginnen met de onderzoeksprogramma’s voor profielwerkstukken. Daar is integratie in het leerplan immers geen enkel probleem. En bovendien maakt het cijfer voor het profielwerkstuk deel uit van het eindexamen.
Te overwegen is om in elk van de leerjaren 40 – 50 uur voor onderzoeksprogramma’s in te ruimen. Maar dit aantal uren is uitsluitend gebaseerd op de gedachte dat leerlingen minstens zoveel uur nodig zullen hebben om een onderzoek met enige diepgang te kunnen uitvoeren. Dat zou iets van 5 tot 6 % van de onderwijstijd zijn. Voeg daarbij wat vanuit de schoolvakken aan onderzoek wordt gedaan en het percentage kan snel oplopen.